Dec. 2019 / Jan 2020
title: De keus van de kunstenaar
Photo: Eddy Wenting. e.a.

*( Scroll down for English summary )*


Heden en verleden zijn, ook in de kunst, geen gescheiden domeinen. In elk Kunstschrift nodigen we een kunstenaar uit om iets te vertellen over haar of zijn kunsthistorische biografie. Welke kunst heeft indruk gemaakt en waarmee voel je verwantschap.


Kunstschrift

In zo’n 750 woorden beschrijven welke kunst je na aan het hart ligt, geeft de mogelijkheid zo’n 370 namen op te sommen. Bij sommige volstaat de voor- of achternaam; ... “Vermeer”... “Beuys”. . . dat scheelt al iets maar bij anderen zoals Matthew Day Jackson of Maria Sybilla Merian ben je drie woorden kwijt. Meestal moet je echter specifieker zijn; ”het portretje door Petrus Christus in Berlijn”. . “Dieren van de Indiase Mughal schilder Ustad Mansur”. . . Liotard’s kristalheldere “Zicht op Mont-Blanc met zelfportret” in het Rijksmuseum.

Nog iets specifieker wordend denk ik aan een reis door Noord-Italië midden jaren ’90. Na een aantal weken klimmen in de Alpen bezochten we Mantua, waar het Palazzo Té ooit de thuisbasis was van de Gonzaga’s. Machtige edelen, paardenfokkers die het gehele paleis in de vroege 16e eeuw overweldigend hebben laten decoreren met mythishe en groteske voorstellingen. De hoofd ontvangstzaal echter was gereserveerd voor hun paarden. In 1524 werd Giulio Romano door Federico Gonzaga verzocht om zes van zijn favorieten te portretteren, levensgroot op de muren boven de deuren van de hal. Hun poses, blik en grootte brengt ze rechtstreeks bij ons de ruimte binnen en we kennen nog steeds de namen van vier van hen. Kort na de voltooiing van deze ‘Sala dei Cavalli’ waren deze geschilderde dieren getuige van een eerste bal ter ere van ‘de man in wiens rijk de zon nooit onder ging’, Keizer Karel V, tijdens zijn bezoek hier in 1530.

Later zag ik in Turijn in het gerenoveerde Castello di Rivoli, de “Stanza di Rheinsberg” die Lothar Baumgarten daar zo’n tien jaar eerder op uitnodiging van Rudi Fuchs had aangebracht. Tussen de ongerestaureerde 18e-eeuwse schilderingen op plafond en lambrisering waren de muren van deze half verlichte zaal “Yves Klein“ blauw geschilderd. De daarop aangebrachte Indiaanse namen van Zuid Amerikaanse dieren en planten riepen een bijzonder mysterie op. Iets wat over taal ging maar dat ver oversteeg. Vermiljoen rode Ara-veren staken op verschillende plaatsen in de muur, als pijlen, of lichtstralen, maar ze zouden de woorden er ook geschreven kunnen hebben. Ook hier was een werk direct deel van de architectuur, de wereld die hier werd opgeroepen was voor altijd verbonden aan deze ruimte. Een wereld die in de dagen dat Karel V Mantua bezocht nog maar net door Europese ogen werd gezien, benoemd en toegeëigend, maar die daarvoor al vele millennia bestond in andere talen, andere woorden, gezien door andere ogen. Een wereld ook die in onze tijd elke dag sneller verdwijnt naar een soort mythisch verleden, daar waar leeuwen, neushoorns en bison’s leven op de vlaktes rond Lascaux, Chauvet en Altamira.

Ashley Bickerton zag ik ooit in het Stedelijk Museum in een groter Amerikaans gezelschap. Zijn met allerlei artefacten en zaden gevulde vitrines troffen mij door hun uiterst zorgvuldig “gemaakte” karakter en volstrekt eigen logica. Koelventilatoren, handvaten, logo’s, spankabels en opgerolde beschermingsflappen gaven deze “Landscapes” de moderne, technisch perfecte en vooral onafhankelijke uitstraling van duikpakken, en zeiljachten, maar ze hadden tevens de opgeladen bezieling van een etnografisch fetishbeeld. Later hoorde ik dat hij destijds ook alle holle ruimtes in de constructie van die kasten met van alles opvulde; persoonlijke geschreven briefjes, foto’s, aarde, kikkererwten. Het verbaasde me niet. Opeenstapelingen, die het beeld lijken op te laden, zoals de vele lagen mantels die soms om religieuze beelden zijn gedrapeerd. Prachtig zijn de “Sharks” die als 21e-eeuwse geesten in de ruimte hangen. Bickertons latere werk doet regelmatig pijn aan de ogen maar een duidelijke verwantschap voel ik altijd. Iets wat op een andere, haast tegengestelde manier tot uiting komt en wat zo wel vaker iemand juist daardoor tot inspirerende spiegel maakt.

Werk met een soortgelijk overladen karakter kwam ik onlangs op het spoor door een fossiel in de collectie van Teyler’s museum; De Zondvloedmens, ontdekt door de Zwitserse arts Johann Jakob Scheuchzer en later door Cuvier “ontmaskerd” als skelet van een reuzensalamander. In 1731 publiceerde deze Scheuchzer zijn ‘Physica Sacra”. Dit enorme werk in negen delen is een combinatie van religie en natuurwetenschap. Veel van zijn ruim 750 kopergravures tonen een wonderlijk samenspel van bijbelse illustraties in barokke omlijsting met exact weergegeven objecten en natuurfenomenen; vogelembryo’s, skeletten, neolithische werktuigen, slangen. Inmiddels heb ik een behoorlijke aantal van die gravures verzameld.

En dan is er Dürer’s ‘Rasenstück’. Dit overbekende blad wat ik ooit zag tijdens een Rijksakademiereisje naar Wenen, is een mysterie. Hier is niet iets aanwezig, toegevoegd, bezield of opgeladen, hier lijkt iets weggehaald. Een 500 jaar oud werk van een pol gras, zo helder dat het licht lijkt afgestoft en voor even alle ruis tussen kijker en de werkelijkheid verdwenen lijkt.

Giulio Romano,
‘Sala dei Cavalli’  1524, Fresco’s,
Palazzo Té, - Mantua, Italië
Giulio Romano, ‘Sala dei Cavalli’ 1524, Fresco’s, Palazzo Té, - Mantua, Italië

Lothar Baumgarten, 
\"Yurupari – Stanza di Rheinsberg” (Rheinsberg Raum) 1984. <p>
Cobalt pigment, papier strips, Ara feathers, tempera on wall.
Castello di Rivoli Museo d’Arte Contemporanea, Rivoli,
Torino, Italy
Lothar Baumgarten, "Yurupari – Stanza di Rheinsberg” (Rheinsberg Raum) 1984.

Cobalt pigment, papier strips, Ara feathers, tempera on wall. Castello di Rivoli Museo d’Arte Contemporanea, Rivoli, Torino, Italy


Ashley Bickerton - \"Bismarck Archipelago Shark\", 2002. <p>
rubber, leather, rope, coconuts, resin, PVC, acrylic, distilled water, metal
Ashley Bickerton - "Bismarck Archipelago Shark", 2002.

rubber, leather, rope, coconuts, resin, PVC, acrylic, distilled water, metal


Johann Jakob Scheuchzer - 
\"Opus quitae diei\" (Het werk van de vijfde dag,   Schelpen - Gen. 1:21). <p>   
Kopergravure  uit  “Physica Sacra” - Augsburg 1731  - (“Geestelyke Natuurkunde” - Amsterdam 1735) - 
Gravure; Johann August Corvinus (1683 /1738 )
Eigen collectie
Johann Jakob Scheuchzer - "Opus quitae diei" (Het werk van de vijfde dag, Schelpen - Gen. 1:21).

Kopergravure uit “Physica Sacra” - Augsburg 1731 - (“Geestelyke Natuurkunde” - Amsterdam 1735) - Gravure; Johann August Corvinus (1683 /1738 ) Eigen collectie


Albrecht Dürer, 
\"Das große Rasenstück\", 1503
Aquarel - 40,8 × 31,5 cm
Albertina - Wenen
Albrecht Dürer, "Das große Rasenstück", 1503 Aquarel - 40,8 × 31,5 cm Albertina - Wenen

Artists choise



In art too past and present are not separate domains, In each issue of Kunstschrift we invite an artist to tell something about her or his art-historical biography. Which art has made a lasting impression or has once set you on a particular course, and to which do you feel related.



Given around 750 words to describe which art is or has been of impact to you over the years, enables you to list around 370 names. Sometimes only the first or last name will do, ( Vermeer, Beuys ) but that’s of little help as others, like Matthew Day Jackson or Maria Sybilla Merian, require three or even more words.... Often though, you have to be a little more specific ; the portrait of a young woman by Petrus Christus in Berlin. . Animals of the Indian Mughal painter Ustad Mansur. . . Liotard’s crystal clear "View of the Mont-Blanc with self-portrait" in the Rijksmuseum.

Still more specific I think of a trip through northern Italy in the late-90s. After a few weeks of climbing in the Alps we visited Mantua where Palazzo Té once was home to the Gonzagas. Powerful nobility in the early 16th century. Horse breeders, who had their entire palace overwhelmingly decorated with mythical and grotesque scenes. The main reception room however, had been reserved for their horses. In 1524 Federico Gonzaga comissioned Giulio Romano to portray six of his favorites, life-size on the walls above the doors of the hall. Their poses, gaze and size bring them directly into the living space with us and we still know the names of four of them. Shortly after the completion of this "Sala dei Cavalli", these painted animals witnessed a first ball in honor of "the man on whose empire the sun never set," Emperor Charles V during his visit here in 1530.

Giulio Romano,
‘Sala dei Cavalli’  1524, Fresco’s,
Palazzo Té, - Mantua, Italy
Giulio Romano, ‘Sala dei Cavalli’ 1524, Fresco’s, Palazzo Té, - Mantua, Italy

Later that summer, I saw Lothar Baumgartens “Stanza di Rheinsberg” in Torino, installed there some ten years earlier in the renovated Castello di Rivoli on invitation by Rudi Fuchs for the museums opening exhibition.
Between the unrestored 18th-century decorations on ceiling and boiserie, the walls of this half-lit room had been painted “Yves Klein-blue”. Indian names of South American plants and animals were written on the surface, creating a special mystery. Something about language, but also far exceeding that. Vermilion red Macaw feathers had been stuck in the painted walls, like arrows, or rays of light, but could also have been used to do the writing. Here too, a work had been made as a direct part of the architecture, the world evoked here would forever be connected to this space. A world that, in the days when Charles V had visited Mantua, was only just being seen, named and appropriated by European eyes, but had existed for millennia in other languages, spoken in other words, seen through different eyes. A world that in our days is vanishing faster every day, shifting into a kind of mythical past where lions, rhino’s and bison's live, on the plains around Lascaux, Chauvet and Altamira.

I first saw Ashley Bickerton’s work as part of an all American entourage at the Amsterdam Stedelijk Museum. His showcases or vitrines filled with all kinds of artifacts and seeds struck me with their extreme carefully "made" character and completely personal logic. Handles, cooling fans, logos, tension cables and rolled-up protection rubbers provided these “Landscapes” with a modern, technically perfect and above all independent presence, like diving suits or oceanic sailing yachts, yet they also had the charged energy of an ethnographic fetish sculpture. Later I heard that in those days Bickerton even filled up the hollow spaces in the construction of these works with all sorts of things; personal written notes, photos, earth, chickpeas. It didn't surprise me. Layers and layers of stuff and ideas that seem to charge the image, like the many robes and dresses that are sometimes draped around religious statues. Of great beauty are his "Sharks", suspended from the ceiling, hovering, like 21st century ghosts, .
Some of Bickertons later works can get real close to hurting my eyes at times, but I always sence this clear relatedness. Something expressed in a different, almost opposite manner and thereby turning such work into an allways inspiring mirror.

Ashley Bickerton - \"Albino Shark\", 2008 <p>  
Pearlescent polyurethane resin, nylon, cotton webbing, stainless steel, scope, distilled water, coconuts and rope,.
Ashley Bickerton - "Albino Shark", 2008

Pearlescent polyurethane resin, nylon, cotton webbing, stainless steel, scope, distilled water, coconuts and rope,.


Recently I came across work with a similar accumulated character, through a fossil in the collection of Teyler's museum in Haarlem; The Diluvial Man, discovered by the Swiss physician Johann Jakob Scheuchzer and later "exposed" by Cuvier as the skeleton of a giant salamander. In 1731 this Scheuchzer published his "Physica Sacra". This monumental work in nine volumes is a combination of religion and natural science. Many of its more than 750 copper engravings show an enchanting combination of biblical illustrations in baroque frames with meticulously rendered objects and natural phenomena; bird embryos, skeletons, neolithic tools, snakes. I have since then collected a considerable number of these engravings.

And then there is Dürer's ‘Rasenstück’. This well known leaf which I once saw during a Rijksakademie trip to Vienna is a mystery. Here nothing has been “made present”, added, animated or charged. Here something seems to have been taken away. . . A 500-year-old watercolour of a lump of grass, so crystal-clear the light seems to have been dusted and for a brief moment all the subtle noise between viewer and reality seems to have disappeared.

Johann Jakob Scheuchzer.
Insecta regioni infesta – Deutr. 28:38/42. <p>
Copper engraving  from  “Physica Sacra” - Augsburg 1731,  
(“Geestelyke Natuurkunde” - Amsterdam 1735),
<p> Engraving; Martin Tyroff ( 1705 / 59 ), 
collection Korver.
Johann Jakob Scheuchzer. Insecta regioni infesta – Deutr. 28:38/42.

Copper engraving from “Physica Sacra” - Augsburg 1731, (“Geestelyke Natuurkunde” - Amsterdam 1735),

Engraving; Martin Tyroff ( 1705 / 59 ), collection Korver.


Peter Korver,  
\"Bizzilla Ta’ Malta / Maltese Lace\" ( plafond detail ) <p>
Korver beschilderde de gerestaureerde “Grand Salon” in het San Anton Palace; Malta’s 17e eeuwse presidentiele residentie. Naast lokale flora afgebeeld op de zes meter hoge wanden toont het koepelplafond  vier verwante soorten pijlstaartvlinders, die tesamen een Malteser kruis vormen.
Foto; Eddy Wenting.
Peter Korver, "Bizzilla Ta’ Malta / Maltese Lace" ( plafond detail )

Korver beschilderde de gerestaureerde “Grand Salon” in het San Anton Palace; Malta’s 17e eeuwse presidentiele residentie. Naast lokale flora afgebeeld op de zes meter hoge wanden toont het koepelplafond vier verwante soorten pijlstaartvlinders, die tesamen een Malteser kruis vormen. Foto; Eddy Wenting.





Kunstschrift 2019 / 6 - Cover
Kunstschrift 2019 / 6 - Cover